Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8645

Datum uitspraak2008-07-24
Datum gepubliceerd2008-07-25
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 08/2760 WW44
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bouwplan Haarlemmerplein. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om schorsing van de bouwvergunning af. De rechter twijfelt niet aan de verklaringen van verweerder en vergunninghouder dat de bouwactiviteiten zijn aan te merken als afrondende werkzaamheden om de bouwput te stabiliseren en af te sluiten met het oog op de veiligheid. Na deze afrondende werkzaamheden zal de verdere bouw voor een periode van 6 tot 8 maanden worden stilgelegd in afwachting van nadere besluitvorming.


Uitspraak

Rechtbank Amsterdam Sector Bestuursrecht Voorlopige voorzieningen PROCES-VERBAAL VAN MONDELINGE UITSPRAAK als bedoeld in artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht in het geding met reg.nr. AWB 08/2760 WW44 tussen: [verzoeker 1] en [verzoeker 2], beiden wonende te [woonplaats], verzoekers, en: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, verweerder. Tevens heeft als partij aan dit geding deelgenomen: [vergunninghoudster], gevestigd te [vestigingsplaats], vergunninghoudster. Openbare zitting gehouden op 24 juli 2008. Aanwezig: mr. H.P. Kijlstra, voorzieningenrechter. B.O. Schaafsma, griffier. Verschenen: verzoekers, verweerder, vertegenwoordigd door mr. T. Ruhnke, vergunninghoudster, vertegenwoordigd door mr. D.S.P. Fransen. 1. PROCESVERLOOP Het geschil betreft het besluit van 9 mei 2006 waarbij verweerder aan vergunninghoudster vergunning heeft verleend voor het oprichten van een gebouw op de openbare weg Haarlemmerplein tegenover Tussen de Bogen 105-113. Bij besluit van 29 augustus 2006 heeft verweerder de bezwaren van verzoekers ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 9 oktober 2007 heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank de beroepen van verzoekers gegrond verklaard, het besluit van 29 augustus 2006 gedeeltelijk vernietigd en bepaald dat het dagelijks bestuur in zoverre een nieuw besluit neemt. Deze uitspraak is bij uitspraak van 2 juli 2008 door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd. Verzoekers stellen dat vergunninghouder, in afwachting van een nieuw besluit, de werkzaamheden dient te staken om onomkeerbare gevolgen hiervan te voorkomen. Ook vergunninghouder en verweerder zijn van mening dat de werkzaamheden moeten worden gestaakt voor, naar verwachting, zes tot acht maanden. Vergunninghouder geeft echter aan dat de bouwpauze, gelet op de fase waarin de bouw zich bevindt en vanuit oogpunt van veiligheid van de constructie en persoonlijke veiligheid, eerst in kan gaan na het storten van de vloeren op de parkeergarage. Deze werkzaamheden worden in week 35 afgerond. Vervolgens worden de gaten in de vloer ten behoeve van de lichtschachten, de trappenhuizen en de ventilatiegangen dichtgemaakt, wordt de schacht afgestort met zand en wordt de bouwplaats opgeruimd. Deze werkzaamheden worden medio week 39 afgerond. 2. BESLISSING De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. 3. OVERWEGINGEN Toewijzing van het verzoek tot schorsing van de bouwvergunning van 9 mei 2006 kan niet leiden tot het door verzoekers beoogde resultaat voor zover voor de werkzaamheden die nog plaatsvinden geen bouwvergunning is vereist. Er is verder voor de voorzieningenrechter geen aanleiding om aan de verklaringen van verweerder en vergunninghouder dat de bouwactiviteiten, voor zover wel vergunningplichtig, zijn aan te merken als afrondende werkzaamheden om de bouwput te stabiliseren en af te sluiten, te twijfelen. Dat juist deze werkzaamheden een onomkeerbare situatie creƫren is niet gebleken. De voorzieningenrechter is tot slot van oordeel dat het belang van de veiligheid en een verantwoorde tussentijdse afronding van de bouw zwaarder weegt dan de belangen van verzoekers bij een onmiddellijke bouwstop. De voorzieningenrechter wijst er tot slot op dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat. de griffier, de voorzieningenrechter, Afschrift verzonden op: DOC: B